We zullen haar inspiratie, rust en liefde missen. Met liefde laten we haar gaan.
Machteld van der Veen
Groningen 22-5-1964 Culemborg 2-7-2025
En dan onze namen; haar zonen Wouter en Sicco, haar zus Marianne en ikzelf.
Zo begint de rouwkaart.
Het was een bijzondere dag, de tweede juli.
Om half vier zouden onze huisarts en haar vaste collega komen. De kamer moest nog wel aan kant. Letterlijk. Televisiemeubel weggereden naar de schuur, banken verplaatst.
Flink stofzuigen dus, want echt schoon was het niet daaronder. En dan meteen ook maar het marmoleum gereinigd. Want zo zijn we een beetje van mijn huis uit: dingen gaan doen, als we niet goed weten wat te doen. Om gedachten, emoties te ontlopen.
Om half twee daalde een mooie rust neer. Machteld op haar bed in de kamer, wij op de banken ernaast. Thee, kersen en fotoboeken er bij. Wat gezegd moest worden was in de loop der tijd grotendeels al gezegd, dus volstonden een paar zinnen en knuffels.
Het werd half vier, de vraag werd gesteld of ze het echt wilde. Een beslist ja en toen ging ze weer lekker op haar zij liggen. Ik paste er nog makkelijk bij, met mijn ene hand in die van haar en met uitzicht op haar lieve nek en schouders en daarachter de geconcentreerde blik van onze huisarts.
Ik kon niets aan Machteld merken, ze bewoog niet, maakte geen geluid, viel in eeuwige slaap. Terwijl bij mij de tranen opwelden. Zo geleidelijk en snel tegelijk verliep het, zo vredig allemaal.
Volgende week wordt ze begraven, zo gaat de rouwkaart verder. Wíj hebben het de hele tijd over háar op die kaart. Maar aan het eind spreekt ze ons lezers ook toe. Met een paar zinnen poëzie uiteraard, ditmaal van Adriaan Roland Holst…
Ik zal de halmen niet meer zien
Noch binden ooit de volle schoven,
Maar doe mij in den oogst geloven
Waarvoor ik dien –
Rudi