Moe op maandag
De zondag was een mooie dag met best wat zon en niet te harde wind, zeker niet in de luwte van het terras. Machteld was wandelen in Rhenen met haar zus en ik bleef thuis, ook om Sicco uitgeleide te doen richting Eindhoven (en om zijn OV-pas te vinden die onder de bakn lag. Zijn half uur vertraging was dus niet aan de NS te wijten.) Kon ik daarna mooi wilgenstammen zagen. Kortom we waren lekker moe zondagnamiddag. Dus een beetje TV kijken, enkele hoofdstukken in beider romans lezen en slapen weer.
Dus stond ik maandag redelijk fris en vroeg op. Even late kwam Machteld ook aan tafel zitten. Om even later licht duizelig op de bank te gaan liggen. Vreemd, zo vroeg op de dag. Een beetje bezorgd werd ik wel. Teiltje er naast, maar dat bleef droog. Wel moest ze naar het toilet en daarna zag ik haar liggen in de gang, nog wat duizeliger. Maar met het verzoek een deken te halen en een kussen en 112 te bellen. Er zou een ambulance komen.
Dat is gek: ik zit op de trap een beetje met mijn vrouw te praten die een metertje verderop op de grond ligt. Net zoals we negentien jaar geleden op de kraamhulp wachtten; er was eat gebeurd, hulp was onderweg, de situatie is niet ernstig maar we kunnen weinig doen. Alleen lagen we toen lekker op bed met een pasgeborene op haar buik.
Ook gek: alsof het de gewoonste zaak van de wereld is bel ik met 112 en sta de telefonisten te woord, ja ze is niet flauwgevallen, maar wel gaan liggen. Of ze bleek zag kon ik niet zeggen, maar de ambulancebroeders die even later arriveerden zagen het meteen. Dus wel. De bloeddruk en het HB-gehalte zijn laag. Ze moest echt even naar het ziekenhuis. Zeker in de wetenschap dat er een operatie aankomt.
En ik mag niet mee. Corona. Dus pak ik de telefoon, bril en e-reader in, geef het mee, zie de ambulance de hof verlaten en kan eindelijk naar de wc. Auto gereserveerd en met kleren en schoenen op naar het UMC Utrecht. Om na een lichte verdwaling kamer 7 van de Hoghcare binnen te stappen. Waar een brede glimlach te zien is.
We kennen de eerste hulp, het bed dat niet echt lekker ligt, de infusen, bloedwaarden- en hartslagmeter. Af en toe een arts of verpleegster, allen vrouwen. Tegen de middag mogen we weg. Zij in de rolstoel met de tassen op schoot.
Rust voor Machteld en ik log in op mijn werk. Mooi twee problemen opgelost en klanten geholpen. Maar de vermoeidheid is voelbaar. Net als vorige week na een ochtend gesprekken en onderzoeken. Nee, van een ziekenhuisknap ik als niet zieke zeker niet op. Het zullen de vele indrukken wel zijn.