Soms wil je gewoon je hoofd op de aarde leggen
je vuist naar de hemel heffen
de tranen laten komen en zeggen
het is zeker omdat ik zwart, wit, vrouw
dik, dun, te groot, te klein
te lief, te onaardig
omdat ik lelijk, eerlijk
direct, poëtisch, welbespraakt
te zichtbaar, te onzichtbaar
kwetsbaar
onbegrepen, geprezen
arm, trots, en confronterend ben?
daarom zeker?
En dat de aarde je dan met haar zachte handen
heel voorzichtig omhoogduwt
je op de wang kust en fluistert
het is omdat je zo ontzettend mens bent
niet teveel, niet te weinig, gewoon genoeg mens
net zo mens als andere mensen
precies goed.
Babs Gons
Regelmatig vraag ik me af waarom ik ziek ben geworden. Heb ik niet gezond genoeg geleefd? Minder vlees moeten eten? Alleen maar biologische groente? Had ik beter mijn grenzen moeten bewaken? Eerder bij de huisarts aan de bel moeten trekken?
Bij het lezen van dit gedicht realiseer ik me weer dat ik precies goed ben. Ik ben gewoon genoeg mens om dood te gaan, want dat gebeurt met alle mensen vroeg of laat.
“Veel te vroeg hebben we afscheid moeten nemen van…” Als ik deze zin lees in een rouwadvertentie denk ik altijd aan Laura Maaskant. Ze overleed op 25-jarige leeftijd aan kanker. Ze had een hekel aan woorden als “te jong” en “te vroeg”. Ik snap dat wel. Het is alsof je na je dood nog een onvoldoende krijgt en je als mens toch niet helemaal geslaagd bent.
Begin jaren negentig leerde ik bij de roeivereniging sturen van mevrouw Heringa. Een kleine dame, ze was toen in de zeventig. Ik koester er warme herinneringen aan. Liefdevol liet ze me fouten maken. Als ik naar rechts wilde gingen we naar links. Zelf roeide ze in een ongestuurde twee op de Rijn. Iedere zaterdagochtend stuurde ze een boot met 8 ervaren potige kerels aan boord, die naar haar zachte maar besliste stem luisterden. Door de leden werd ze op handen gedragen. Het was mijn ideaalbeeld van ouderdom. Zo zou ik ook wel willen zijn later. Actief, stoer en vitaal.
Nu weet ik dat het me niet gaat lukken om oud te worden, laat staan om dat stoer en vitaal te doen. Dat is jammer en vaak moeilijk te verteren. Omdat het anders loopt dan ik had gedacht. Ik zal niet als zeventiger fit over de Lek roeien. Ik zal mijlpalen in de levens van Rudi en mijn kinderen fysiek niet meemaken. De alledaagse gewone dingen in hun levens, ik ben er straks niet meer bij. De groei en bloei in ons hofje, ik maak het niet meer mee. Dat alles stemt me droevig.
“Het leven is voltooid als het is afgelopen” las ik laatst in het boek “Sterven als een stoïcijn”. Een uitspraak die wordt toegeschreven aan Spinoza. Ik oefen inmiddels al een tijd om mijn leven als voltooid te zien als ik ga overlijden. “Precies op het goede moment”, niet te vroeg en niet te laat. Geen onvoldoende omdat het te kort was.
Het begint te wennen. Maar een echte stoïcijn zou ik mezelf op dit punt nog niet willen noemen. Een beginneling nog.