In augustus loop ik op een donderdagochtend langs de Drentsche Aa bij Schipborg. Het is bekend terrein. Ooit ging ik met een vriendin in een kajak deze rivier op, toen dat nog mocht. Na de nodige inspanning waren we nagenoeg nog even ver verwijderd van ons einddoel. De rivier maakt hier veel bochten.
Zojuist belde de gynaecoloog uit Tiel. Ik bezocht haar vorige week en vertelde haar over mijn buikpijn. Ze vertrouwde het niet en liet een CT-scan maken. Dinsdag spraken we elkaar over de uitkomst, zij in het ziekenhuis in Tiel en ik in Drenthe. Vorig jaar liet de zanger Jan Rot weten dat hij niet meer beter zou worden: “uitzaaiingen alom”. Ergens verwacht ik eenzelfde soort boodschap.
Maar nee, lever, alvleesklier, alles ziet er schoon en netjes uit, maar de lymfeklieren worden wel groter en dat is geen goed teken. Wat dat precies betekent en welke behandeling nu nodig is, zal in het UMC in Utrecht besloten moeten worden. Het ziekenhuis waar ik eerder geopereerd ben en me vaak verloren heb gevoeld in de chaos en anonimiteit van een groot ziekenhuis.
Paniek is bij kanker een slechte raadgever heb ik op mijn tocht geleerd. Ik vraag bedenktijd.
Op woensdag bel ik Claire, mijn baken in het UMC. Het is alsof ik een vriendin van vroeger aan de lijn heb. Haar stem en haar rust wekt zo veel vertrouwen dat ik besluit om het weer te proberen in het UMC Utrecht.
Tegelijkertijd brengt vriendin en roeimaatje Marie Jose me op het idee van een second opinion in het Antonie van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam. “Angst is mar veur eben, spiet is veur altied”, zingt Daniel Lohues. En eerlijk gezegd heb ik spijt dat ik niet eerder deze stap zette. Tenslotte is mijn kanker van een zeldzame soort, waar eigenlijk niemand erg veel ervaring mee heeft.
Ik ben net over het bruggetje, een markant punt op deze wandeling, als de telefoon gaat. Ik leg mijn voorstel voor deze twee sporen, het UMC en het Antonie van Leeuwenhoekziekenhuis aan haar voor. Zij, mijn gynaecoloog in Tiel, vindt het een prima plan en zet het vandaag in werking.
Ik had gehoopt op rustig vaarwater, maar ik bevind me weer voor een nieuwe bocht in de rivier. Ik weet niet wat er achter deze bocht tevoorschijn komt en daar moet ik het voor nu even mee doen. Deze geliefde plek, waar bijna iedere stap herinneringen oproept aan wandelingen met mensen die me dierbaar zijn en waren, aan lome zomeravonden, aan kikkervisjes, aan al die keren dat ik over dit bruggetje ging, er is geen ander landschap denkbaar dat zo veel troost biedt op deze donderdagochtend.