Donderdagochtend 8 april 2021 arriveer ik om 7.30 uur in het ziekenhuis. Vandaag gaat het gebeuren, ik word geopereerd. Opname, gelukkig een 1 persoonskamer. Operatiehemd aan, kousen tegen trombose, en twee uur van tevoren limonade drinken. Ik ben om 10.30 uur aan de beurt, maar om 8.30 komt er al iemand melden dat ik weggebracht kan worden. De smerige limonade mag ik laten staan.
Het ziekenhuis heeft iets weg van een luchthaven. Als patiënt is het spannend en nieuw. Voor de mensen die er werken dagelijkse routine. Ik word klaargemaakt voor de operatie met uitzicht op een levensgrote afbeelding van de Oude Gracht in Utrecht, compleet met kastanjebomen. Jammer dat ik mijn bril niet op heb, en de details me ontgaan. Maar rustgevend is het wel.
Als alles is ingeplugd wordt Camiel, de anesthesist, gebeld die de ruggenprik zal verzorgen. Maar Camiel laat op zich wachten. En de mensen om mij heen worden steeds onrustiger. Waar blijft Camiel? Oeps, iemand heeft het verkeerde nummer gebeld, dus Camiel wordt nogmaals maar nu op het goede nummer gebeld en ja hij is onderweg, geen paniek.
Geen paniek, maar wel spanning zie ik bij een medewerker die vandaag coördineert. In mijn blikveld overlegt ze telefonisch over een patiënt met Covid-19, die geïntubeerd moet worden, 33 weken zwanger en nu op weg naar het UMCU. De details ontgaan me maar het woord gynaecoloog valt. Ik vermoed dat dit kindje vandaag gehaald wordt, 7 weken te vroeg. En dat een andere operatie die vandaag gepland stond moet worden afgezegd. De ernst van de Corona-crisis blijft zich ook hier aan mij opdringen.
Camiel doet zijn werk voortreffelijk, maar desondanks is er vertraging. De operatie voor mij loopt uit. Ter compensatie mag ik een muziekje uitzoeken en zo luister ik nog even naar radio 4 en hoor dat het inmiddels al 11.00 uur is.
Dan is het zo ver. Camiel neemt me mee naar de OK. Het ruikt er heerlijk fris en er staat een team klaar met ieder een eigen taak. De chirurg is een andere dan vanmorgen aangekondigd. Als ik bij kapper niet geholpen word door degene met wie ik een afspraak heb, maak ik er een punt van, maar hier laat ik het gaan. Nadat iedereen zich heeft voorgesteld en ik voor de 4e, 5e of 6e keer vandaag zeg dat ik M. van der Veen ben, geboren op 22 mei 1964 zijn we ready voor take-off.
Opeens lig ik op de uitslaapkamer, hoe ik daar terecht ben gekomen kan ik niet uit de eerste hand vertellen. De chirurg en coassistent komen na afloop nog wel verslag doen. Zelf lig ik dan uitgeslapen op een perenijsje te sabbelen (“wilt u een raketje of een perenijsje?”). Ze kijken me meewarig en tegelijk tevreden aan. Hun werk zit erop. Ik hoor iets over een goede uitkomst. Zouden ze het nu hier ter plekke hebben gezegd als het een puinhoop was geweest daarbinnen, vraag ik me af?
Dan word ik teruggereden naar mijn kamer en start het all inclusive verblijf op de verpleegafdeling gynaecologische oncologie. Ik heb mijn polsbandje al om. Alle planbare zorg is afgeschaald en dat betekent zo ongeveer dat we 1 op 1 verzorgd worden. Het vertrouwde gezicht van Rudi op mijn kamer, was ik eerder zo blij met louter zijn aanwezigheid? Samen sluiten we stilzwijgend de dag af.