Wat haar functie inhoudt weet ik eigenlijk niet exact, Claire, de senior verpleegkundige. In haar werk doet ze iets tussen arts en verpleegkundige in. Maar haar inbreng is duidelijk te zien en goed om te ervaren. Ze geeft deze klinische omgeving een menselijk gezicht en meer dan dat, ze is mijn steun en toeverlaat in het ziekenhuis.
Mijn vertrouwen in het UMC had een flinke deuk opgelopen nadat mijn behandeladvies plotseling veranderde. Ik wilde een gesprek met de gynaecoloog, deels als poging om het beter te begrijpen, deels ook als feedback: zo makkelijk komen jullie niet met me weg. En ik nodigde Claire uit erbij te zijn.
Ik had hem vertrouwd in het stellen van de diagnose en het behandelvoorstel en nu moest ik opeens een switch maken. Ik ervoer weinig ruimte om deze ommezwaai te begrijpen en tot me door te laten dringen. Face tot face merk ik dat het gesprek ook voor de gynaecoloog niet gemakkelijk is. Het knellende mondkapje wordt afgedaan, zodat we elkaar echt goed kunnen aankijken. Eenmaal in gesprek wordt me duidelijk dat er een wetenschappelijk proces aan de gang was. Niet ik, maar mijn cellen waren leidend. Mijn weefsel werd afgemeten aan uitkomsten van verschillende wetenschappelijke studies. Het was een wikken en wegen en dat pakte in mijn geval de tweede keer anders uit.
Het gesprek heeft hem geraakt, vertelt Claire me twee weken later en het doet me goed om dat te horen. Wetenschappelijke bronnen zijn belangrijk, maar de cellen die onderzocht worden behoren toe aan een mens. Een mens met een ziekte waarvoor hij als arts zijn uiterste best doet om die te bestrijden. Maar ook een mens die probeert om zich staande te houden in een grillig en angstig proces. Een proces dat zich deels afspeelt in een ziekenhuis dat tot nu toe veel weg heeft van een jungle. Met lange wachttijden en weinig informatie over wat me te wachten staat. Met soms zelfs bitse mensen aan de telefoon die me vertellen dat ik de verkeerde vraag stel. Maar gelukkig is daar Claire, iemand die deze klinische omgeving een menselijke kleur geeft en die mij als patiënt houvast biedt. Je zou willen dat iedere medewerker in het UMC haar tot voorbeeld neemt, van telefoniste tot arts. Ik gun iedereen een Claire, maar ik gun niemand de omstandigheden waaronder ik haar heb leren kennen.