De opzetborstel voor mijn elektrische tandenborstel is nodig aan vervanging toe. Dat komt goed uit, ze zijn in de aanbieding. Maar de aanbieding geldt alleen voor verpakkingen met minimaal vier stuks. Als ik iedere drie maanden een borstel vervang kan ik dus nog een jaar vooruit. Maar of ik nog zo lang leef is plotseling onwaarschijnlijk geworden.
Na de derde kuur, eind december in een reeks van zes lijken de resultaten gunstig, maar dat verandert na de vierde kuur. De tumormarkers in mijn bloed zijn licht gestegen. De arts kan hier pas iets over zeggen als de vijfde kuur achter de rug is. Niet de hoogte, maar de snelheid waarmee de markers stijgen is een indicatie. In de weken die volgen voel ik wel dat er onrust zit op de plek van de uitzaaiingen. Ik ben dan ook niet verbaasd als de tumormarkers na de vijfde kuur opnieuw gestegen zijn. Een CT-scan zorgt voor bevestiging van mijn vermoeden: de kanker heeft een strategie ontwikkeld om ondanks de chemotherapie verder te groeien. Een zesde kuur met deze stof heeft geen zin meer.
Wat nu? De arts komt met een alternatief behandelvoorstel, bestaande uit een nieuwe kuur waar ik meteen mee kan starten. Iedere week een infuus met een bekende stof, dezelfde als in 2021. In principe ook weer zes kuren van drie weken. De kans op succes is moeilijk in te schatten, maar ligt onder de 50%.
Al langere tijd rijpt in mijn hoofd het idee om niet meer aan een vierde chemobehandeling te beginnen. Tot nu toe was het nog niet urgent om daar een concreet besluit over te nemen. Maar nu ineens wel. Een week van dubben en afwegen volgt.
Als ik stop met de behandeling, laat ik alle controle los. Uit het vliegtuig springen lijkt me ongeveer even spannend. Hoeveel opzetborstels heb ik dan nog nodig voor de rest van mijn leven? Kan ik nog even vitaal blijven en genieten van de lente, mijn verjaardag? Zie ik de zinnia’s die ik aan het opkweken ben nog bloeien? En vind ik een nieuw evenwicht als ik straks niet zo veel meer kan?
Het perspectief van een nieuwe behandeling is: wekelijkse bezoeken aan het ziekenhuis, verlies van vitaliteit en haar, leven met de onzekerheid of de kuur wel aanslaat. Het is voor mij een zwart scenario, een wrede manier om naar je sterfdatum toe te leven.
Troost vinden omdat je niet alleen gelaten wordt en ingebed en veilig bent. Ik lees het in “Leven toevoegen aan de dagen” van Sander de Hosson en het ontroert me. Want dat is wat ik ervaar. Als ik omringd ben door Rudi, Wouter, Sicco en Marianne. Ze respecteren mijn keuze. Ze zoeken en vinden steun bij elkaar. En niet onbelangrijk, we kunnen nog steeds ook gewoon met elkaar lachen. Ingebed en veilig voel ik me ook bij veel andere mensen om me heen.
Op maandagochtend stuur ik mijn arts een bericht dat ik niet verder ga met een nieuwe chemobehandeling. We zullen nog een eindgesprek hebben (“dat is zeer wenselijk” mailt hij terug) en dan draagt hij “het roer over aan de huisarts”. Of dit een goed besluit is, ik zal het nooit weten. Maar ik ervaar een groot gevoel van opluchting. Dat ik mezelf toesta om hier te stoppen en met overgave verder te leven met wat er op mijn pad komt.
Ik adem in
Ik wacht maar af
Wat er nog komt
Wat er nog wacht
Lente voor iedereen
Het is lente voor iedereen
Spinvis Lente ’22