Hoe gaat het mentaal, met angst voor uitslagen etc.? Misschien een te heftige vraag hoor zo over de app.
Lieve Jacqueline,
Het is een goede vraag, een mooie vraag en een vraag waarop het antwoord zoveel leestekens bevat dat ik het liever op mijn laptop typ dan via Whatsapp. Het is ook een vraag waarop ik je graag een antwoord geef.
Je vraag komt op een moment dat ik onrust voel van binnen en onrust van buiten.
De onrust van binnen ontstaat omdat ik me lichamelijk nog niet de oude voel. Ik kan nog steeds na het avond eten het gevoel hebben van een avond zwaar tafelen. Wijn laat ik voorlopig nog staan, het smaakt me niet meer en ik voel me er nog niet fit genoeg voor.
’s-Nachts ben ik ervan overtuigd dat het foute boel is daar in mijn buik en neem ik me voor om mijn volgende controle afspraak bij de gynaecoloog te vervroegen. Overdag ben ik optimistischer. Ik heb steeds meer energie, maak vakantieplannen en ik heb besloten een ebike aan te gaan schaffen. In het begin van mijn ziekte leek iedere aanschaf, een paar schoenen, een nieuwe trui me een last voor mijn nabestaanden. Ze zouden dat allemaal op een dag weg moeten doen, bijna ongebruikt. Nu is dat gevoel weg. En er is altijd nog zoiets als Marktplaats.
Van buiten komen er ook signalen die de onrust in mijn hoofd vergroten. In mijn buurt overlijdt een leeftijdsgenoot aan kanker. En weer word ik bevestigd in de gedachte dat dat ook mij kan overkomen. Dagelijks slinger ik heen en weer tussen gedachten over het opstarten van mijn werkzame leven en over de beste voorbereiding over een naderende dood.
Dat werkzame leven kleurt licht en zonnig. Zelfs als zelfstandige professional zonder werkgever zijn er mensen die meedenken en behulpzaam zijn. Het ontroert me en ik voel me onderdeel van een groter geheel. Ik sta er niet alleen voor.
Herinner jij je Martin Bril, die in 2009 overleed aan kanker? Bij de voorbereiding op een naderende dood denk ik vaak aan hem. Na zijn overlijden verscheen er een boek met de titel Het evenwicht, ineens kanker. Martin Bril verzoende zich niet met zijn lot en bleef vragen om behandeling. Bert Keizer schreef daar weer een column over die altijd in mijn geheugen is blijven hangen. De mooiste zin uit de column is: “Wie zegt ik zou nooit zo ver gaan met chemo als Bril, dicht zichzelf een grotere strategische begaafdheid toe in het oog van de dood”. Ook ik heb mensen gekend zoals Martin Bril die zich met behandelingen en werk bleven vastklampen aan het leven. Mijn herinnering aan hen is gekleurd daardoor. Ik hoop dat ik beschik over de strategische begaafdheid om het anders te doen. Om te accepteren dat het einde nadert, om te herinneren hoeveel goede dingen er zijn gebeurd in mijn leven en om te vertrouwen op de veerkracht van mijn geliefden. Ben ik hoogmoedig om te denken dat ik dat zou kunnen?
Ook jij hebt dat proces van een naderende dood meegemaakt met iemand die je dierbaar was. Misschien weet jij het antwoord en kan ik je raadplegen als het zo ver is.
Maar eerst heb ik zin om samen weer eens te wandelen en het over hele andere dingen te hebben. Om herinneringen op te halen aan ons reisje naar het klooster van Anselm Grun in de herfst van 2018. Om te horen hoe het jou vergaat met je nieuwe opdracht. En om na afloop koffie te drinken of te lunchen nu de restaurants weer open zijn en ik me meer op mijn gemak voel met meer grote hoeveelheden mensen om me heen.
Dat is het antwoord op je vraag. Vind je het goed als ik het deel met de mensen die meelezen met mijn blog?
Heel veel liefs,
Machteld
Tuurlijk mag je dit zo plaatsen! Ik was ontroerd door je column. Ook omdat je refereert aan mijn verlies. Het doet me altijd goed wanneer dat nog gekend wordt. En ja laten we iets gaan doen!