De broodproductie neemt toe dankzij
granen die op wetenschappelijke wijze
ziektekiemvrij zijn gemaakt, om Zijn
fouten te verkleinen.
En toch, ondanks onze jeugdige opstandigheid,
voldaan als we zijn om het verbannen
van een benauwende vader die in de woestijn
een bebaarde kluizenaar werd- soms geven we toe
dat we hem missen.
We missen Hem als we voor het eerst op het
knobbeltje in de borst stuiten en een onwillig
gebed aan onze lippen ontsnapt
Ik las de Nederlandse vertaling van het gedicht Missing God van Dennis O’ Driscoll. Wellicht trok het gedicht mijn aandacht omdat ik ben opgevoed in een protestants-christelijk gezin. Mijn ouders bevrijdden zich van de kerk en alleen aan mijn vader dacht ik soms te merken dat hij daarna bleef zoeken en geloven. Je zou kunnen zeggen dat hij iets miste.
Ik liftte met mijn ouders mee, bevrijding kan ik het nauwelijks noemen. Kerk en geloof waren voor mij synoniem voor braaf en saai. Het had weinig met levenslust te maken.
Nu ik zelf ouder en wijzer ben mis ik God soms. Niet die man met een grijze baard op een wolk, die man die alles zag en waarvoor je bang moest zijn. Maar wel de plek, het adres waar je terecht kunt met je vragen en waar je mag zijn wie je bent.
Sinds ik ziek ben is een van mijn gedachten dat God mij wellicht ook mist en dat ik daarom eerder dan gepland wordt opgehaald. Zou er iets of iemand buiten ons bewustzijn zijn die dat kan besluiten? Die beraadslaagt en tot de conclusie komt: “Machteld heeft nu wel genoeg toegevoegd aan de wereld” Of: “Ze heeft haar portie geluk wel gehad”. En nee, bezwaar of beroep tegen dit besluit is niet mogelijk. Of wel?
Of is mijn ziekte en de dreiging die ervan uitgaat gewoon een weeffout. Het signaal dat imperfectie bestaat en omarmd moet worden? Dat maakbaarheid een illusie is? Dat juist de onverwachte wendingen het bestaan betekenis en kleur geven.
Een onverwachte wending maakte ik mee op 21 mei 2021. Die ochtend had het team in het UMCU alle beschikbare informatie over mij nog eens tegen het licht gehouden. Met een verrassende conclusie. Ik was opeens van stadium 1B in stadium 2A beland, zonder dat ik daar zelf weet van had. En dat houdt in dat de op 26 mei geplande operatie niet doorgaat, want de uitkomst staat eigenlijk al vast. Er zijn zoveel aanwijzingen voor kwaadaardige cellen dat chemotherapie noodzakelijk is. De chirurg belde me in de middag met een aangepast “behandelvoorstel”. Later lees ik in mijn dossier Bovenstaande met patiënte besproken; Alhoewel onverwachte verandering van het beleid, begrijpt patiënte de overwegingen en keuze goed.
Ik had me beter kunnen vinden in de formulering: patiënte viel volledig stil en was verbijsterd. Patiënte heeft met dit behandelvoorstel ingestemd, maar het is zeer de vraag of ze begrepen heeft waar ze ja tegen heeft gezegd.
Inmiddels is het maandag 24 mei, Tweede Pinksterdag. Ik ben een beetje bijgekomen. Tal van plannen zijn inmiddels in de maak. Van een weekend op stap nu het nog kan, nieuwe dekbedovertrekken kopen omdat ik vast veel in bed zal liggen de komende tijd, tot het aanvragen van een second opinion met alle voor- en nadelen van dien.
Mijn trektocht door deze woestijn, deze koude en grillige tijd in mijn bestaan, duurt dus nog even voort. En de uitkomst blijft ongewis of ik er uit kom staat evenmin vast. Geloof, hoop en vertrouwen worden danig op de proef gesteld. Soms, zoals vandaag, mis ik God.